Verslag van een interview door Inge Boelaart, lid van de activiteitencommissie
Huisarts Marnix van der Leest uit Leusden schreef het boek ‘Huisarts op recept’ over het wel en wee van zijn werk als huisarts. Hij bracht dit boek uit om ieder die dat wil, meer achtergrond te geven over zijn vak en de keuzes waar een huisarts voor staat. Bijvoorbeeld over de dagelijkse zorg voor zijn patiënten, over treffers en missers, de steeds drukker wordende praktijk en over de versnippering van de zorg. Hoe zorg je dan dat je als huisarts de juiste diagnose kan blijven stellen? Dat leverde boeiende en ontroerende verhalen op in zijn boek. Van der Leest is huisarts van de Huisartsenpraktijk Korte Geer in Leusden.
Pleidooi voor meer tijd en aandacht in de spreekkamer
“Bij toeval kwam het schrijven van dit boek op mijn weg”, begint Van der Leest te vertellen.
“De huisartsenorganisatie vroeg ons praktijkverhalen waar het spaak loopt op papier te zetten. Die verhalen zijn verzameld en in 2020 overhandigd aan het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport om te laten zien dat het zo niet langer kan en het roer om zal moeten.” In die tijd speelde net binnen zijn praktijk een voorbeeld, dat niemand meer de verantwoording voelde voor één van zijn oudere patiënten, waar de zorg complex en moeizaam was. De stoom kwam uit zijn oren toen hij dit vernam. Binnen de kortste keren had hij het toevertrouwd aan het papier. Zo gaf de Thuiszorg aan dat het zo niet langer kon, de ambulance wilde haar niet meer ophalen en ze kon vervolgens ook niet geplaatst worden in een verpleeghuis in de omgeving. Wat betekent dit dan voor jou? Van der Leest: “Dan voel je je machteloos en sta je er alleen voor.”
Hij klom toen zelf in de telefoon om haar te kunnen onderbrengen. Gelukkig kon hij haar na vele telefoontjes toch op een goede plek laten opnemen. Maar wel 100 km verder dan waar ze woonde. Een schrijnend verhaal waar menigeen in en buiten de zorg tegenaan kan lopen.
Tijdsdruk
Marnix is niet het type om op de barricade te gaan staan. Maar los van de vraag van de huisartsenorganisatie om praktijkverhalen, waarom dan toch een boek uitgeven?
“Ik houd van taal, van verhalen én schrijven, dat doe ik dan ook graag in mijn vrije tijd”, antwoordt hij. “Via de Volkskrant kwam ik in contact met een agent met de vraag of ik meer verhalen kon opschrijven. En zo is het balletje gaan rollen.”
In het boek ‘Huisarts op recept’ wil Van der Leest een eerlijk beeld geven van hoe het er in de Korte Geer aan toe gaat. Hij laat de liefde en schoonheid van zijn vak zien. Maar wel een vak dat zeer onder tijdsdruk staat. Want juist het leren kennen van zijn patiënten en daardoor een inschatting kunnen maken wat er speelt in een gezin of familie, zijn de bouwstenen om de juiste afweging te kunnen maken. En juist die tijd ontbreekt nu te vaak. Niet alleen bij de huisarts, maar ook bij andere specialismen. Hij pleit daarom om meer tijd en aandacht te kunnen besteden aan de patiënt. Van der Leest is ervan overtuigd dat, als er meer tijd voor gesprekken in de spreekkamer is, de patiënten minder behandelingen nodig hebben, er minder pillen geslikt hoeven te worden en minder medische onderzoeken hoeven plaats te vinden. Een eerste stap heeft hij zelf al gezet door zijn consult met de patiënt structureel te verlengen.
Tijden veranderen
In 2008 begon Van der Leest als huisarts bij huisartsenpraktijk Korte Geer. In de 40 jaar van de huisartsenpraktijk is er veel veranderd. Zo werkten er jaren geleden twee huisartsen en twee doktersassistenten. Nu op de grens van 2022 en 2023 werken in diezelfde praktijk twintig mensen. De oorzaken hiervan zijn divers. De uitbreiding van het medisch takenpakket, de administratieve lasten en de versnippering in de zorg spelen hierbij allemaal mee.
Is het vak dan nog aantrekkelijk om vol te houden? Daar is Van der Leest zeer stellig in: “Ja, ik houd van mijn vak en ben gehecht geraakt aan mijn patiënten. Daar doe ik mijn uiterste best voor.” En als hij ziet dat ondanks de problemen in de zorg de motivatie onder andere huisartsen en bij eerstelijnszorg verleners in Leusden groot is, dan wil hij zich samen met al die andere zorgverleners graag blijven inzetten voor zijn patiënten.
Een omgekeerde wereldreis.
Interview met Joost Storm.
15 januari 2021
Joost, je hebt van 1 oktober 2019 tot 3 oktober 2020 een omgekeerde wereldreis gemaakt, wat is dat?
Een omgekeerde wereldreis is een reis, waarbij ik de stad Amersfoort niet heb verlaten. De overeenkomst met een wereldreis is dat je bijvoorbeeld gedurende een jaar bij niemand buiten Amersfoort langs gaat. Je bent niet in de rest van het land. Een overeenkomst is ook dat als je op wereldreis gaat en je komt ergens, dan ga je rondkijken, dingen bekijken en je stelt er vragen over. Dat is wat ik heb gedaan.
Hoe kwam je op het idee?
Ik was nieuwsgierig naar hoe het zou zijn om mezelf te beperken. Zou ik na een maand spijt krijgen?
Zou ik gaan verlangen naar een dagje Amsterdam of een fietstocht naar Schiermonnikoog? Ook wenste ik me te verdiepen in Amersfoort, daar zou ik anders nooit aan toekomen.
Terugkijkend heb ik geen spijt van de zelf opgelegde beperking. Aan het eind van de reis ben ik wel plannen gaan maken, zoals afspreken met mijn dochters in respectievelijk Amsterdam en Rotterdam, afspreken met anderen en fietsen door de wijde omgeving.
Hoe ging dat met je werk bij het kringloopcentrum in Amersfoort?
Dat was best apart, behalve schrijvers werken de meeste mensen niet tijdens een wereldreis.
Je bent toch ook muzikant?
Muziekprojectjes had ik afgezegd, niet wetend dat die sowieso door corona niet door zouden gaan.
Wanneer je het gaandeweg niet meer leuk had gevonden was je dan gestopt?
Nee, daar ben ik de persoon niet naar. Wel had mijn partner hier een stem in, gelukkig zag ze de gein ervan in. We gingen twee keer op vakantie in Amersfoort: in een hotel en in een pensionnetje. En natuurlijk was ik ook thuis.
Wat ook meespeelde was het verhaal van de Utrechtse dichter Ingmar Heytze, die een tijdlang angst had om de stad Utrecht te verlaten. Voor hem niet leuk. Mij fascineerde het; hoe zou het zijn als je je stad niet verlaat?
Hoe bedacht je een plan? Wat ging je wanneer doen?
Ik heb me tijdens mijn fiets- en wandeltochtjes laten leiden door de dingen de me opvielen en interesseerden zoals: geschiedenis, stedenbouw, architectuur en ruimtelijke ordening. Voor de korte stukjes in mijn blog heb ik soms hele boeken gelezen.
Vond je altijd antwoorden op je vragen?
Soms schreef ik: daar moet ik nog eens achteraan. Dat gebeurde niet altijd. Over de geschiedenis van het bierbrouwen in Amersfoort las ik een hele dissertatie, omdat ik daar toevallig tegenaan liep. Dus dat werd een beetje uitgebreid. Van het Historisch Genootschap over Industrieel Erfgoed kreeg ik enorm veel documentatie. Het Archief Eemland bleek een digitale goudmijn. Ik ging daar ook op bezoek en de mensen daar waren blij met mijn vragen. Ze gaan onmiddellijk informatie verzamelen.
Wat was je leukste ervaring?
Hier vertelt Joost over zijn ontdekkingen van de panden van de architect Joop Oosterhuis. Lees hierover in het blog van Joost.
Iedereen kijkt anders?
Ik schreef vooral voor mijzelf. Prima dat anderen het kunnen lezen, maar het is de weerslag van mijn blik. Veel lol had ik na het schrijven over “De Floep 1”. Zo noemde ik het huis in aanbouw op het voormalige Lichtenberg terrein, dat ik kon zien vanaf mijn balkon op de zevende verdieping. Het werd een melig verhaal, maar De Floep 1 ging bij ons thuis een eigen leven leiden. De bewoners hebben geen idee.
Heb je ook wel eens een dag gehad waarover je dacht dit was het even niet?
Ik bedenk nooit dat een dag geen leuke dag was. Zo zit ik niet in elkaar. Ik kan wel bedenken: Oh dit was een heel leuke dag. Soms als ik had geschreven na een dag, dacht ik weleens… dit was wat minder, erg melig of niet zo bijzonder. Maar ik heb ook bedacht dat ik dingen had ontdekt waar ik tevreden over was.
Of iets anders: op een gegeven moment waren er met verf parkeervakken deels over de straat en deels over de stoep geschilderd. Het is een soort gedogen van het feit dat er teveel auto’s in die buurt zijn. Dat ergert mij: dat het zo vanzelfsprekendheid is dat de auto de publieke ruimte inneemt. Dit soort bespiegelingen komen voort uit dit rondkijken.
Wat heeft het je gebracht?
Veel plezier, het heeft me verrijkt en aan het denken gezet. Het ging me niet alleen om de oude binnenstad. Ik heb me ook verdiept in moderne architectuur en heb rondgekeken in Vathorst en Nieuwland. Het wonen in Amersfoort heeft veel meer gelaagdheid gekregen, rondfietsen is leuker geworden.
Zou je het anderen adviseren om hetzelfde te doen?
Absoluut. Misschien brengt het wel hetzelfde plezier als een echte wereldreis. Voor mijzelf relativeert het ook de neiging om naar het andere eind van de wereld te reizen. Dat is iets van deze tijd, maar er zit iets oeverloos in en dat heeft ook schadelijke effecten. Zou het welbevinden echt bevorderd worden door bijvoorbeeld ieder jaar een keer naar New York gaan? Deze vraag is wel een dingetje voor mij.
We hebben allebei van deze ontmoeting genoten. En door Joost zijn verhalen te lezen en prachtige foto’s te bekijken op www.omgekeerdewereldreis.wordpress.com , kunt u alles meebeleven.
Joost Storm